Youssef Daoudi – Monk! Thelonious, Pannonica en de vriendschap achter een muzikale revolutie. Concerto Books, 2024. 348 pagina’s. € 34,99
Thelonious Monk, de naam kende ik. Jazzmusicus, dat wist ik, maar er had er verder geen enkele associatie bij, noch biografisch, noch muzikaal. Hij wordt gedurende het boek de hogepriester van de bebop genoemd. Ook wel eens van gehoord, maar geen enkele muzikale voorstelling bij. Jazz is nooit zo mijn ding geweest. Des te interessanter om te bezien of een biograaf die een graphic novel maakt over leven en werk van een dergelijke muzikant mij weet te boeien en te vangen voor zijn argumenten.
Dit boek begint bij de laatste levensfase van Monk. Hij woont bij Pannonica de Koenigskwarter, een aangetrouwd lid van de De Rothschilds, een barones. Ze bulkt van het geld, maar heeft haar vrijheid gevonden in de jazzmuziek. Vrijwel elke jazzmuzikant uit de jaren 1950, 1960, 1970 en 1980 die er toe doet, kent haar en is op de een of andere manier met haar verbonden geweest. Maar Thelonious Monk is een geval apart. Hoe? Dat lezen we in deze graphic novel. Wat onderscheidde hem van andere musici? Wat maakte hem tot de hogepriester van de bebop? Hoe werd hij geholpen door Pannonica de Koenigskwarter? Optredens komen voorbij, tournees. Zijn vermeende bipolariteit, zijn drugsgebruik, zijn arrestaties en gevangenisstraffen. Het laat ons ook zien hoe het racisme in Amerika voor musici van kleur een grote rol heeft gespeeld. Maar we leren ook andere jazzmusici, met name in hun samenwerking met Monk. Hij speelde veel kwartetten en jamde met niet de minsten uit het vak: Art Blakey, Dizzie Gillespie, John Coltrane om er maar een paar te noemen. Ik las het verhaal, maar het is een verhaal in fragmenten, in periodes, steeds is de verbindende factor Pannonica. En ik moet zeggen dat heel vaak dezelfde eigenschappen en superlatieven werden gebruikt. Monk ging niet echt voor me leven in de loop van het boek. Bij het dichtslaan vroeg ik me af of ik dichter bij de musicus Monk ben gekomen, maar ik geloof niet dat dit het geval is. Ondanks dat ik om de haverklap nummers heb opgezet die worden genoemd in het verhaal. Wat onverlet laat dat ik tekenwerk en verhaal wel geboeid heb bekeken en gelezen. Ik neig ernaar te zeggen dat het dus meer een boek is voor ingewijden, dan voor iedereen met een brede muzikale interesse.